Family Brassicaceae

Kruisbloemenfamilie

Diagnostische kenmerken
Kruiden, zelden lage struiken. Bladen verspreid, zonder steunbladen, de onderste meestal in een rozet. Bloemen 2-slachtig, meestal in trossen zonder schutbladen. Kelkbladen 4, in 2 kruisgewijze paren. Kroonbladen 4, zelden ontbrekend, afwisselend met de kelkbladen. Meeldraden 6, zelden 4 of 2, indien 6, de 2 buitenste korter dan de 4 binnenste; helmdraden soms gevleugeld of met tandjesachtige aanhangsels. Honingschubben aanwezig. Vruchtbeginsel bovenstandig, met 2 vruchtbladen en met 2 randstandige zaadlijsten, meestal 2-hokkig door de vorming van een vals (vliezig) tussenschot. Vrucht meestal een met 2 kleppen openspringende doosvrucht (en dan hauw of hauwtje genaamd), soms niet openspringend en dan vaak 1-zadig of in 1-zadige leden uiteenvallend. Zaden in 1 of 2 rijen per hok.
Opm. Voor het determineren zijn bloemen én (rijpe) vruchten noodzakelijk; of een jonge vrucht bij rijpheid meer of minder dan 3x zo lang als breed zal zijn, kan vaak al tijdens de bloei worden geconstateerd. Door vergelijking van de stand van de kelkbladen tijdens de bloei kan men soms veel op elkaar gelijkende soorten van verschillende geslachten van elkaar onderscheiden. De snavel is het gedeelte van de vrucht boven de 2 kleppen ervan; deze kleppen eindigen bovenaan boogvormig, zodat de afscheiding meestal goed zichtbaar is. Bij sommige vruchten is de snavel half zo lang als of zelfs langer dan de rest van de vrucht!

Onderverdeling familie.
Uit recente moleculair-fylogenetische studies komt het beeld naar voren dat de huidige omgrenzing van vele genera onnatuurlijk is. Het is thans echter nog te vroeg om de nieuwe inzichten in deze Flora te verwerken.

Deze familie wordt in de Sleutel uitgesleuteld op Pagina 174: Brassicaceae - Kruisbloemenfamilie; deze pagina is te bereiken vanuit Pagina 173, en Pagina 347.

%LABEL% (%SOURCE%)