Glyceria fluitans (L.) R.Br.

Mannagras
SL. 0584

Glyceria fluitans (L.) R.Br.
Familie Poaceae.

Diagnostische kenmerken
Lemma van de onderste bloem 5-8 mm lang, meestal spits. Aartjes vrij losbloemig. Helmknoppen 1,5-3 mm lang, paars of soms geel. Onderste bloeiwijzetakken alleenstaand of 2 (of 3) bijeen. Bladscheden meestal glad.

Hoogte bloeiende plant
0,45-1,20 m.
Bloeitijd
Mei-augustus.
Levensvorm
Helofyt (Hemikryptofyt).

Standplaats
Op natte, voedselrijke grond in graslanden, loofbossen en op drooggevallen plaatsen.

Zeldzaamheid en verspreiding
Zeer algemeen.
KFK 999.

Opmerking
Zie voor de bastaard tussen Glyceria fluitans en Glyceria notata bij Glyceria pedicellata(x).

Deze soort wordt in de Sleutel uitgesleuteld op de volgende pagina('s):
Pagina 1815

%LABEL% (%SOURCE%)