Witte amarant
SL. 1651
Amaranthus albus L.
Familie Amaranthaceae.
Diagnostische kenmerken
Bladen met grootste breedte boven het midden. Schutblaadjes ongeveer dubbel zo lang als de bloemdekbladen, doornig gepunt. Zaad 0,8-1,0 mm breed. Bloemdekbladen (2 of) 3. Vrucht regelmatig overdwars openspringend. Alle bloemkluwens bladokselstandig.
Hoogte bloeiende plant
0,20-0,80 m.
Bloeitijd
Juli-oktober.
Levensvorm
Therofyt.
Standplaats
Op open, droge, voedselrijke, omgewerkte grond, vooral in het stedelijk gebied.
Zeldzaamheid en verspreiding
Zeldzaam; ook adventief. Oorspronkelijk uit Noord-Amerika.
KFK 545.
Deze soort wordt in de Sleutel uitgesleuteld op de volgende pagina('s):
Pagina 1298