Tartaarse kamperfoelie
FB. 5181
Lonicera tatarica L.
Familie Caprifoliaceae.
Diagnostische kenmerken
Jonge takken min of meer kaal. Bladen eirond tot eirond-lancetvormig, met een hartvormige voet, aan weerszijden min of meer kaal. Bloemkroon van buiten kaal, donkerrood tot wit. Vruchten koraalrood. Rechtopstaande heesters. Bloemen 2 aan 2 in de bladoksels.
Hoogte bloeiende plant
Tot 3,00(-4,00) m.
Bloeitijd
Mei-juni.
Levensvorm
Fanerofyt.
Zeldzaamheid en verspreiding
Tuinstruik, somsverwilderd. Waarschijnlijk op enkele plaatsen verspreid door het land inburgerend.
Uit Rusland.
Deze soort wordt in de Sleutel uitgesleuteld op de volgende pagina('s):
Pagina 933