Spergula arvensis L.

Gewone spurrie
SL. 1234

Spergula arvensis L.
Familie Caryophyllaceae.

Diagnostische kenmerken
Bladen van onderen met een lengtegroef. Zaden sterk gewelfd, bruin-zwart, met zeer smalle vleugelrand en met witte, tenslotte bruinachtige papillen bezet. Meeldraden 10, soms minder. Kroonbladen omgekeerd eirond, wit.

Hoogte bloeiende plant
0,15-0,40 m.
Bloeitijd
(April-)juni-september.
Levensvorm
Therofyt.

Standplaats
Op open, droge, matig voedselrijke grond op zandige akkers en aan zandwegen.

Zeldzaamheid en verspreiding
Zeer algemeen in de Pleistocene districten, elders minder algemeen.
KFK 999.

Opmerking
Spergula arvensis cv. 'Sativa' heeft zwarte zaden zonder papillen. De plant heeft een dikke stengel en vlezige bladen.

Deze soort wordt in de Sleutel uitgesleuteld op de volgende pagina('s):
Pagina 104: Spergula - Spurrie

%LABEL% (%SOURCE%)