Viola canina L.

Hondsviooltje
SL. 1380

Rode Lijst: Gevoelig.

Viola canina L.
Familie Violaceae.

Diagnostische kenmerken
Plant zonder uitlopers. Stengel opstijgend. Bladen stevig, aan de voet zwak hartvormig tot afgeknot of zelden wigvormig. Bladsteel niet of zeer smal gevleugeld. Bloemen blauwpaars tot lichtblauw, zelden wit of blauwwit gestreept. Spoor ca. 4-6 mm lang, 2-4 mm voorbij de kelkaanhangsels reikend.

Hoogte bloeiende plant
0,05-0,40 m.
Bloeitijd
Mei-juni, soms weer in de herfst.
Levensvorm
Hemikryptofyt.

Standplaats
Op vrij natte tot droge, matig voedselarme, grazige grond in de duinen, in schrale graslanden en bermen, op grazige heiden.

Zeldzaamheid en verspreiding
Vrij algemeen in het Duindistrict en plaatselijk in het Drents district, het Gelders district en het Subcentreuroop district; vrij zeldzaam in het Kempens district en het Zuidlimburgs district, elders zeer zeldzaam.
KFK 877.

Opmerkingen
- De volkomen onvruchtbare bastaard Viola xritschliana W.Becker (FB. 1606) (= Viola canina x Viola persicifolia) komt voor in blauwgraslanden; deze is volkomen onvruchtbaar.
- Vooral in de duinen wordt ook de grotendeels onvruchtbare bastaard Viola xintersita G.Beck (FB. 1603) (= Viola canina x Viola riviniana) gevonden.

Deze soort wordt in de Sleutel uitgesleuteld op de volgende pagina('s):
Pagina 477

%LABEL% (%SOURCE%)