Goudenregen
FB. 2228
Laburnum anagyroides Medik.
Familie Fabaceae.
Diagnostische kenmerken
Blaadjes 3-(zelden 5-)tallig, gaaf of zelden gelobd, van onderen zijdeachtig behaard. Twijgen aangedrukt behaard. Bloemen in rijkbloemige, hangende trossen, geel. Kelk tweelippig, de lippen nauwelijks getand. Vrucht behaard, ten slotte kaal wordend, 4-6 cm lang; zaden zwart.
Hoogte bloeiende plant
Tot 7,00 m.
Bloeitijd
Mei-juni.
Levensvorm
Fanerofyt.
Zeldzaamheid en verspreiding
Tuinboom of -struik; kiemplanten soms opslaand op droge, zonnige plaatsen, bijv. tussen plaveisel.
Uit Midden- en Zuid-Europa.
Opmerking
Eveneens gekweekt wordt Laburnum xwatereri (Kirchn.) Dippel (FB. 5179) (= Laburnum alpinum (Mill.) Bercht. & J.Presl x Laburnum anagyroides); deze onderscheidt zich door de geringere beharing, de langere bloemtrossen, en de bruinere zaden.
Deze soort wordt in de Sleutel uitgesleuteld op de volgende pagina('s):
Pagina 460
Pagina 2483