Witte klaver
SL. 1306
Trifolium repens L.
Familie Fabaceae.
Diagnostische kenmerken
Steunblaadjes vliezig, rondom de stengel tot een kokertje vergroeid, ten slotte vaak scheurend, de vrije delen smal driehoekig, spits. Kelk niet tweelippig, na de bloei niet opgeblazen, kaal. Kroonbladen 8-10 mm lang, wit, later roze, na de bloei bruin.
Hoogte bloeiende plant
0,05-0,25 m.
Bloeitijd
Mei-herfst.
Levensvorm
Hemikryptofyt.
Standplaats
Op vochtige tot natte, voedselrijke of brakke tot zilte grond in graslanden en bermen.
Zeldzaamheid en verspreiding
Zeer algemeen. Ook ingezaaid in graslanden en bermen.
KFK 999.
Opmerking
Wordt wel verward met Trifolium hybridum; Trifolium hybridum onderscheidt zich o.a. door de geleidelijk lang toegespitste en de niet rondom de stengel vergroeide steunblaadjes.
Deze soort wordt in de Sleutel uitgesleuteld op de volgende pagina('s):
Pagina 439