Hirschfeldia incana (L.) Lagr.-Foss.

Grijze mosterd
SL. 1763

Hirschfeldia incana (L.) Lagr.-Foss.
Familie Brassicaceae.

Diagnostische kenmerken
Vrucht rechtopstaand en tegen de as aangedrukt, smal lijnvormig, 7-15 mm lang, snavel half zo lang tot even lang als de rest van de vrucht, boven de voet verbreed en daar met 1 of 2 zaden, naar de top versmald. Vruchtstelen 2-5 mm lang, verdikt, aan de top ongeveer even breed als de vrucht. Kroonbladen bleekgeel, vaak paars geaderd, 5-6 mm lang. Kelkbladen rechtopstaand. Stengel borstelig behaard, naar boven meestal kaal. Onderste bladen liervormig veerdelig, behaard, de bovenste veel kleiner, gelobd of getand tot gaafrandig.

Hoogte bloeiende plant
0,40-1,00 m.
Bloeitijd
Juni-herfst.
Levensvorm
Therofyt.

Standplaats
Op open, vochtige, voedselrijke grond in bermen, op omgewerkte grond.

Zeldzaamheid en verspreiding
Zeldzaam, maar plaatselijk zeer talrijk in Urbane gebieden en de IJssellmeerpolders, elders zeer zeldzaam.
KFK 335.

Deze soort wordt in de Sleutel uitgesleuteld op de volgende pagina('s):
Pagina 207

%LABEL% (%SOURCE%)