Empetrum nigrum L.

Kraaihei
SL. 0447

Empetrum nigrum L.
Familie Ericaceae.

Diagnostische kenmerken
Stengel liggend, met opstijgende, dicht bebladerde takken. Bladen verspreid tot bijna kransstandig, lijnvormig of langwerpig, met sterk omgerolde rand. Bloemen in de bladoksels, roze of donkerpaars. Vrucht zwart.

Hoogte bloeiende plant
0,15-0,45 m.
Bloeitijd
April-mei.
Levensvorm
Chamaefyt.

Standplaats
Op natte tot droge, zure zandgrond, vooral op Noord-hellingen en in valleien; ook in naaldbossen, in levend hoogveen en veenmosrietland.

Zeldzaamheid en verspreiding
Algemeen in het Waddendistrict, vrij algemeen in het Drents district en het Gelders district, zeldzaam in het Laagveendistrict; zeer zeldzaam in het Renodunaal district, de IJsselmeerpolders en het noorden van het Subcentreuroop district.
KFK 777.

Deze soort wordt in de Sleutel uitgesleuteld op de volgende pagina('s):
Pagina 136
Pagina 909

%LABEL% (%SOURCE%)