Veronica catenata Pennell

Rode waterereprijs
SL. 1350

Veronica catenata Pennell
Familie Plantaginaceae.

Diagnostische kenmerken
Bloemkroon lichtroze met donkerroze aderen. Bloemstelen na de bloei een vrijwel rechte hoek met de as van de bloeiwijze makend. Schutbladen lancetvormig, minder spits. Kelkslippen elliptisch tot langwerpig, aan de vrucht meestal afstaand. Doosvrucht rondachtig of breder dan lang. Stengel vaak paars aangelopen.

Hoogte bloeiende plant
0,15-0,60 m.
Bloeitijd
Mei-herfst.
Levensvorm
Helofyt, Therofyt.

Standplaats
In ondiep, stromend water en op open, natte, meer of minder voedselrijke grond aan waterkanten en in uiterwaarden.

Zeldzaamheid en verspreiding
Algemeen in de Hafdistricten, het Fluviatiel district en de Duindistricten, vrij zeldzaam in de Pleistocene districten; zeer zeldzaam in het Zuidlimburgs district.

Opmerking
Plaatselijk komt voor de onvruchtbare bastaard Veronica xlackschewitzii J.B.Keller (FB. 5284) (= Veronica anagallis-aquatica x Veronica catenata); deze lijkt het meest op Veronica anagallis-aquatica, maar is herkenbaar aan de steeds doorgroeiende bloemtrossen.

Deze soort wordt in de Sleutel uitgesleuteld op de volgende pagina('s):
Pagina 1104

%LABEL% (%SOURCE%)