Veronica montana L.

Bosereprijs
SL. 1354

Doelsoort.

Veronica montana L.
Familie Plantaginaceae.

Diagnostische kenmerken
Bladsteel (5-)7-15 mm lang. Trossen ijl, armbloemig. Doosvrucht elliptisch tot niervormig, breder dan lang, opvallend sterk afgeplat. Stengel liggend of opstijgend, vaak aan de voet wortelend, rondom behaard. Bladen rondachtig tot eirond. Bloemkroon bleekblauw of lila, donkerder geaderd.

Hoogte bloeiende plant
0,10-0,45 m.
Bloeitijd
Mei-juli.
Levensvorm
Chamaefyt.

Standplaats
Op vochtige, voedselrijke grond in loofbossen, vooral langs beken en op paden.

Zeldzaamheid en verspreiding
Vrij zeldzaam in het Zuidlimburgs district, zeldzaam in het Subcentreuroop en het aangrenzend Fluviatiel en Gelders district; zeer zeldzaam in het Drents district, het Kempens district, het Renodunaal district en in Urbane gebieden.
KFK 455.

Deze soort wordt in de Sleutel uitgesleuteld op de volgende pagina('s):
Pagina 1099

%LABEL% (%SOURCE%)