Bromus hordeaceus L.

Zachte en Gerstdravik
SL. 2337

Bromus hordeaceus L.
Familie Poaceae.

Diagnostische kenmerken
Bladscheden dicht bezet met korte tot lange, dunne, zachte haren (zie Bromus hordeaceus 5.tif). Lemmas dun, kruidachtig, met enigszins uitspringende nerven. Palea van de onderste bloem ongeveer in het midden het breedst, tot aan de top bezet met afstaande haren langs de rand, meestal korter dan het lemma. Topharen van de vrucht niet boven de top van de palea uitstekend. Lemma 6,5-11 mm lang, behaard of kaal.

Hoogte bloeiende plant
0,05-1,00 m.
Bloeitijd
Mei-juli.
Levensvorm
Therofyt.

Opmerking
Men onderscheidt de volgende ondersoorten:
Bromus hordeaceus subsp. thominei (Hardouin) Maire & Weiller en Bromus hordeaceus subsp. hordeaceus.

Deze soort wordt in de Sleutel uitgesleuteld op de volgende pagina('s):
Pagina 1873

%LABEL% (%SOURCE%)