Papaver argemone L.

Ruige klaproos
SL. 0914

Papaver argemone L.
Familie Papaveraceae.

Diagnostische kenmerken
Helmdraden naar boven verbreed. Doosvrucht met enkele naar boven gekromde stijve haren bezet, knotsvormig, 1,5-2 cm lang; stempelschijf 4-6-stralig. Kroonbladen donker scharlakenrood, aan de voet al of niet zwart. Bladen niet stengelomvattend, dubbel veerdelig, de eindslippen plotseling in een stijve punt versmald, behaard. Wortelrozet tijdens de bloei verschrompeld, planten eenjarig.

Hoogte bloeiende plant
0,15-0,45 m.
Bloeitijd
Mei-juli.
Levensvorm
Therofyt.

Standplaats
Op open, omgewerkte plaatsen op vrij droge, matig voedselrijke grond, ook langs spoorwegen, nog zelden in graanakkers op leemhoudend zand.

Zeldzaamheid en verspreiding
Vrij zeldzaam; afnemend en vaak in kleine aantallen voorkomend. Ook adventief.
KFK 766c.

Deze soort wordt in de Sleutel uitgesleuteld op de volgende pagina('s):
Pagina 340

%LABEL% (%SOURCE%)