Geranium molle L.

Zachte ooievaarsbek
SL. 0571

Geranium molle L.
Familie Geraniaceae.

Diagnostische kenmerken
Steunblaadjes eirond tot driehoekig, spits tot afgeknot en onregelmatig ingesneden, lichtbruin. Deelvruchten meestal met fijne dwarsrichels, kaal. Kroonbladen omgekeerd hartvormig, 3-7 mm lang, eerst roodpaars, later blauwpaars, soms geheel of gedeeltelijk wit. Stempels van binnen paars.

Hoogte bloeiende plant
0,05-0,40 m.
Bloeitijd
Mei-herfst.
Levensvorm
Therofyt.

Standplaats
Op open plaatsen op vochtige tot droge, meer of minder voedselrijke, grazige grond, vooral in zandige bermen, op dijken en in gazons en in de duinen.

Zeldzaamheid en verspreiding
Zeer algemeen.
KFK 999.

Deze soort wordt in de Sleutel uitgesleuteld op de volgende pagina('s):
Pagina 160

%LABEL% (%SOURCE%)