Juglans regia L.

Okkernoot
FB. 2303

Juglans regia L.
Familie Juglandaceae.

Diagnostische kenmerken
Blaadjes (5-)7-9, vrijwel gaafrandig, aan de onderzijde in de nerfoksels behaard, overigens kaal, bij het wrijven aromtisch geurend. Vrucht ongeveer bolvormig, de vruchtschaal glad, groen met witte puntjes. Jonge takken kaal.

Hoogte bloeiende plant
Tot 30,00 m.
Bloeitijd
Mei.
Levensvorm
Fanerofyt.

Standplaats
In lichte bossen en struikgewas, in bermen.

Zeldzaamheid en verspreiding
Op vele plaatsen verspreid door het land ingeburgerd.
Ook vaak aangeplant in tuinen en parken.
Oorspronkelijk uit Zuidoost-Europa en Midden-Aziƫ.

Deze soort wordt in de Sleutel uitgesleuteld op de volgende pagina('s):
Pagina 2482

%LABEL% (%SOURCE%)