Canadese kornoelje
FB. 2311
Cornus sericea L.
Familie Cornaceae.
Diagnostische kenmerken
Bladen van onderen grijsgroen of wit, egaal behaard, zonder aangedrukte haren, de grootste met 5-7 paar nerven. Kroonbladen 3-4 mm lang, wit. Vrucht wit of blauwachtig wit.
Hoogte bloeiende plant
Tot 3,00 m.
Bloeitijd
Juni-juli.
Levensvorm
Fanerofyt.
Zeldzaamheid en verspreiding
Tuinstruik uit Noord-Amerika en Siberiƫ, vaak verwilderd en waarschijnlijk ingburgerend in struwelen.
Opmerking
Variabel in habitus en bladvorm. De verwilderde planten behoren tot een onontwarbaar hybride-complex met Cornus alba. Het is daarom beter beide tot 1 soort te verenigen.
Deze soort wordt in de Sleutel uitgesleuteld op de volgende pagina('s):
Pagina 2413