Syringa vulgaris L.

Sering
FB. 2390

Syringa vulgaris L.
Familie Oleaceae.

Diagnostische kenmerken
Struik. Bloemen duidelijk gesteeld; de bloemsteel even lang als of langer dan de kelk. Bladen van onderen groen, eirond, met brede hartvormige tot wigvormige voet, toegespitst, gaafrandig, kaal. Bloemkroon lila, paarsachtig, soms wit, zoom iets verdiept. Vrucht een doosvrucht.

Hoogte bloeiende plant
Tot 7,00 m.
Bloeitijd
Mei-juni.
Levensvorm
Fanerofyt.

Standplaats
In struikgewas, aan bosranden.

Zeldzaamheid en verspreiding
Thans op vele plaatsen ingeburgerd, vooral in de duinen.
Veel als tuinstruik.
Oorspronkelijk uit Zuidoost-Europa.

Deze soort wordt in de Sleutel uitgesleuteld op de volgende pagina('s):
Pagina 2408

%LABEL% (%SOURCE%)