Angelica sylvestris L.

Gewone engelwortel
SL. 0060

Angelica sylvestris L.
Familie Apiaceae.

Diagnostische kenmerken
Wortelbladen met diep gegroefde, gootvormige steel, 3-voudig geveerd, met eironde of lancetvormige, ongelijk getande blaadjes; eindblaadje ongedeeld, aan de voet meestal niet aflopend. Stengel gestreept. Stijlen reeds bij de bloei verlengd, meestal langer dan het stijlkussen, bij de vrucht 3 maal zo lang. Vrucht 4-5 mm lang. Vruchtwand niet in 2 lagen te verdelen. Kroonbladen wit of rozig. Plant donkergroen, niet sterk riekend.

Hoogte bloeiende plant
0,90-1,80 m.
Bloeitijd
Juli-herfst(-winter).
Levensvorm
Hemikryptofyt.

Standplaats
Op natte, voedselrijke grond aan waterkanten, in graslanden en loofbossen.

Zeldzaamheid en verspreiding
Zeer algemeen.
KFK 999.

Deze soort wordt in de Sleutel uitgesleuteld op de volgende pagina('s):
Pagina 707: Angelica - Engelwortel

%LABEL% (%SOURCE%)