Dactylorhiza majalis subsp. praetermissa

Rietorchis
SL. 0890

BESCHERMD!

Dactylorhiza majalis subsp. praetermissa (Druce) D.M.Moore & Soó
Familie Orchidaceae.

Diagnostische kenmerken
Bladen 1,5-5 cm breed. Indien de stengelbladen ongevlekt, dan de lip met donkerpaarse in rijen gerangschikte stippen of korte streepjes. Indien de stengelbladen deels of geheel met ringvormige vlekken, dan de lip met lusvormige donkerpaarse lijnen en aan de rand met stippen.

Hoogte bloeiende plant
0,35-0,60(-0,80) m.
Bloeitijd
Juni-juli.
Levensvorm
Geofyt.

Standplaats
Op natte, matig voedselrijke grond in graslanden, trilvenen, veenmosrietlanden, op zandplaten en opgespoten terreinen.

Zeldzaamheid en verspreiding
Vrij algemeen in de Hafdistricten en de Duindistricten, elders zeldzaam.

Opmerkingen
- Daarnaast zijn in Zeeuws-Vlaanderen planten gevonden die veel hoger (tot 1,20 m) worden dan bij Dactylorhiza majalis subsp. praetermissa gebruikelijk is, en die grotere bloemen en langere bloeiwijzen bezitten. Deze komen overeen met Dactylorhiza elata (Poiret) Soó subsp. sesquipedalis (Willd.) Soó - FB. 1631 (Synoniem: Orchis sesquipedalis Willd.; Atlas van de Nederlandse Flora 1: 156; Gorteria 8: 163; Natuurhistorisch Maandblad (Limburg) 68: 200; C.A.J. Kreutz, De Verspreiding van de Inheemse Orchideeën in Nederland, KNNV Natuurhistorische Bibliotheek nr. 44, 1987.: 60). Omdat de populatie is uitgeroeid, is het niet meer mogelijk om na te gaan of dit taxon inderdaad in Nederland voorkwam.

- Dactylorhiza is een moeilijk geslacht, vooral wat betreft de allopolyploïde taxa die ontstaan zijn uit hybridisatie van Dactylorhiza incarnata en D. maculata subsp. fuchsii. In feite komen er steeds meer aanwijzingen dat deze tetraploïde taxa verscheidene malen op verschillende plaatsen ontstaan zijn. Indien deze alle apart zouden worden onderscheiden, is een juiste determinatie onmogelijk op grond van uiterlijke kenmerken. Andersom lijkt het ook onwenselijk om al deze taxa in 1 soort samen te vatten. De opvatting van Pedersen (J. Eur. Orch.36: 869) om de taxa als ondersoorten van Dactylorhiza majalis te onderscheiden wordt hier gevolgd.

- Ten onrechte is vroeger voor Nederland vermeld Dactylorhiza traunsteineri (Sauter) Soó (Orchis traunsteineri Sauter; Atlas van de Nederlandse Flora 1: 157; C.A.J. Kreutz, De Verspreiding van de Inheemse Orchideeën in Nederland, KNNV Natuurhistorische Bibliotheek nr. 44, 1987.: 131). Deze planten zijn waarschijnlijk te beschouwen als bastaarden van Dactylorhiza maculata met Dactylorhiza majalis s.l. (Zie H. Sundermann, Europäische und mediterrane Orchideen: 171.)

Deze ondersoort wordt in de Sleutel uitgesleuteld op de volgende pagina('s):
Pagina 884

%LABEL% (%SOURCE%)