Chamaecyparis lawsoniana (A.Murray bis) Parl.

Californische cipres
FB. 5038

Chamaecyparis lawsoniana (A.Murray bis) Parl.
Familie Cupressaceae.

Diagnostische kenmerken
Zijdelingse bladen langer dan de overige, alle tegen elkaar aangedrukt, spits, met een doorzichtige klier in het midden van de bovenste en onderste bladen, aan de onderzijde met blauwwitte randen. Mannelijke kegel roze of rood. Vrouwelijke kegel bolrond, ca. 8 mm breed, met 8(-10) zaadschubben. Blad bij wrijven met een harsachtige peterselie-geur.

Hoogte
Tot 30 m.
Bloeitijd
Maart-april.
Levensvorm
Fanerofyt.

Zeldzaamheid en verspreiding
Veel aangeplant als tuinboom, soms in bossen. Uit Noord-Amerika.

Deze soort wordt in de Sleutel uitgesleuteld op de volgende pagina('s):
Pagina 2446

%LABEL% (%SOURCE%)