Duinvogelmuur
SL. 1252
Stellaria pallida (Dumort.) Piré
Familie Caryophyllaceae.
Diagnostische kenmerken
Stijlen 0,2-0,4 mm lang, vanaf de voet uiteenwijkend. Plant geelgroen. Bladen meestal minder dan 7 mm lang. Bloemen nooit wijd geopend. Kroonbladen klein of ontbrekend. Meeldraden meestal 1-3. Zaden meestal lichtbruin, 0,6-0,8 mm lang. Kelkbladen 2-3,5 mm lang.
Hoogte bloeiende plant
0,08-0,20 m.
Bloeitijd
Maart-mei.
Levensvorm
Therofyt.
Standplaats
Op open, droge, matig voedselrijke, zandgrond, ook onder struwelen, op akkers en op omgewerkte bodem op bermen.
Zeldzaamheid en verspreiding
Algemeen in de Duindistricten, in Urbane gebieden plaatselijk algemeen; vaak over het hoofd gezien.
Opmerking
In bijna alle afzonderlijke kenmerken vertoont Stellaria pallida een zekere overlapping met Stellaria media en Stellaria neglecta. Voor een juiste determinatie moeten alle kenmerken in beschouwing worden genomen. Bastaarden tussen de soorten zijn niet bekend. Zie Proc. Kon. Ned. Akad. Wetensch. C 81 (1978): 442.
Deze soort wordt in de Sleutel uitgesleuteld op de volgende pagina('s):
Pagina 51