Spiesmelde
SL. 0121
Atriplex prostrata DC.
Familie Amaranthaceae.
Diagnostische kenmerken
Onderste bladen van de hoofdstengel driehoekig tot pijlvormig, de bladvoet een hoek van 160 of mee makend. Vruchtkleppen (breed) eirond-driehoekig, op de rug meestal knobbelig, zonder spiesvormige zijlobben.
Vruchtkleppen hoogstens tot een kwart vergroeid, meestal niet verdikt. Worteltje van het zaad horizontaal of schuin omhoog wijzend (de top ervan tot minder dan halverwege de lengte van het zaad reikend).
Hoogte bloeiende plant
0,20-0,90 m.
Bloeitijd
Juli-september.
Levensvorm
Therofyt.
Standplaats
Op open, vochtige, stikstofrijke grond, zowel op akkers op klei en langs wegen, als op vloedmerken, schorren en kwelders.
Zeldzaamheid en verspreiding
Zeer algemeen.
KFK 899.
Opmerking
Op vloedmerken worden soms bastaarden aangetroffen van Atriplex longipes met Atriplex prostrata: Atriplex gustafssoniana(x) Tascher. (FB. 5480).
Deze soort wordt in de Sleutel uitgesleuteld op de volgende pagina('s):
Pagina 1262