Maretak
SL. 1391
Beschermd!
Viscum album L.
Familie Santalaceae.
Diagnostische kenmerken
Kleine, tweehuizige, in omtrek bolvormige struik, die in de kroon van bomen op zwaardere takken groeit. Stengel gaffelvormig vertakt. Bladen langwerpig-spatelvormig, leerachtig, altijdgroen. Bloemen eindelings, zittend, in hoofdjes. Bloemdek geelachtig-groen. Vrucht besachtig, bolrond, wit, glanzig, met slijmachtig, taai vlees.
Hoogte bloeiende plant
0,20-0,50 m.
Bloeitijd
Maart-mei.
Levensvorm
Fanerofyt.
Standplaats
Parasiteert in Nederland op loofbomen, vooral op aangeplante soorten als Populus nigra - Zwarte populier en Populus canadensis(x) - Canadapopulier en Malus sylvestris - Appel.
Zeldzaamheid en verspreiding
Plaatselijk vrij algemeen in het Zuidlimburgs district, en in het Renodunaal district op Voorne; elders zeer zeldzaam.
KFK 555.
Opmerking
Wordt 's zomers veelal door het gebladerte van de gastheer aan het oog onttrokken.
Deze soort wordt in de Sleutel uitgesleuteld op de volgende pagina('s):
Pagina 1691
Pagina 2394