Klein robertskruid
SL. 2442
Geranium purpureum Vill.
Familie Geraniaceae.
Diagnostische kenmerken
Kroonbladen weinig langer dan de kelk, 5-9 mm lang, donkerroze; overgang van de plaat in de nagel zeer geleidelijk. Stuifmeel geel. Deelvruchtjes bij de voet van de snavel meestal met 4 dwarsribben. Wortelstandige bladen kort gesteeld, in een dicht rozet, lang blijvend. Zaad glad. Plant met sterke geur. Bladen 3-5-tallig (het middelste blaadje niet met de zijdelingse verbonden), de blaadjes dubbel veerspletig. Haren deels veelcellig.
Hoogte bloeiende plant
0,10-0,40 m.
Bloeitijd
Mei-september.
Levensvorm
Therofyt.
Standplaats
Op droge, matig voedselrijke, min of meer beschaduwde zandgrond.
Zeldzaamheid en verspreiding
Zeer zeldzaam in Urbane gebieden.
KFK 024.
Deze soort wordt in de Sleutel uitgesleuteld op de volgende pagina('s):
Pagina 167