Perzische klaver
FB. 1836
Trifolium resupinatum L.
Familie Fabaceae.
Diagnostische kenmerken
Bloemen tijdens of aan het eind van de bloei met de vlag naar beneden gedraaid, helderpaarsroze, zelden wit, 4-8 mm lang. Kelk wollig behaard, later kaal wordend, na de bloei sterk opgezwollen, met 2 zeer lange tanden.
Hoogte bloeiende plant
0,10-0,40 m.
Bloeitijd
Mei-september.
Levensvorm
Therofyt.
Zeldzaamheid en verspreiding
Gekweekt als voedergewas, ingezaaid langs bermen als groenbemester; ook adventief. Uit Zuid-Europa en Zuidwest-Aziƫ.
Deze soort wordt in de Sleutel uitgesleuteld op de volgende pagina('s):
Pagina 433