Camelina sativa (L.) Crantz

Vlas- en Zaadhuttentut
FB. 5325

Camelina sativa (L.) Crantz
Familie Brassicaceae.

Diagnostische kenmerken
Stengel en bladen kaal of met enkelvoudige en vertakte haren. Bladen gaafrandig of getand, de onderste steelvormig versmald, de bovenste geoord of met pijlvormige voet halfstengelomvattend. Kroonbladen (licht-)geel. Vruchten rondachtig tot omgekeerd eirond, 5-10 mm lang, vaak spoedig met een harde wand; zaden 1-2,5 mm lang.

Hoogte bloeiende plant
0,20-0,80 m.
Bloeitijd
Mei-juli.
Levensvorm
Therofyt.

Opmerking
De volgende ondersoorten worden gevonden:
Camelina sativa subsp. sativa en Camelina sativa subsp. alyssum.

Deze soort wordt in de Sleutel uitgesleuteld op de volgende pagina('s):
Pagina 281

%LABEL% (%SOURCE%)