Festuca rubra-X-Vulpia-myuros

FB. 5242

Festuca rubra L. x Vulpia myuros (L.) C.C.Gmel.
Familie Poaceae.

Diagnostische kenmerken
Bloeiwijze samengetrokken, iets overhangend, aan de voet ingesloten door de bovenste bladschede. Onderste kelkkafje 2,5-3 mm lang, bovenste kelkkafje 4,5-5 mm lang. Lemma 5-6 mm lang, de kafnaalden 3-6 mm lang. Plant met ondergrondse uitlopers, daarnaast al of niet met wortelstokken. Bladscheden tot bijna bij de voet met overlappende randen, de onderste behaard. Bladen smal, sterk ingerold. Plant onvruchtbaar. Meeldraden 1-3.

Hoogte bloeiende plant
0,15-0,30 m.
Bloeitijd
Juni-augustus.
Levensvorm
Hemikryptofyt.

Standplaats
Op open, droge, zandige of stenige, omgewerkte grond.

Zeldzaamheid en verspreiding
In 1978 eenmaal verzameld in het Estuariƫndistrict (Woensdrecht). Verspreiding niet voldoende bekend.

Opmerkingen
- Evenals Festuca rubra-X-Vulpia bromoides in groeiwijze gelijkend op Festuca rubra, maar zonder kokervormig vergroeide bladscheden; van deze ook onderscheidbaar door de langgenaalde lemma's. Van Vulpia onderscheidbaar door de zodevormende groeiwijze.

- Er zijn (nog) geen binaire wetenschappelijke namen beschikbaar in xFestulpia.

Deze soort wordt in de Sleutel uitgesleuteld op de volgende pagina('s):
Pagina 1827: Festulpia(X) - Baardzwenkgras

%LABEL% (%SOURCE%)