Muurganzenvoet
SL. 0314
Chenopodium murale L.
Familie Amaranthaceae.
Diagnostische kenmerken
Vruchtwand zeer stevig het nootje omsluitend (vaak pas met een mesje of na koken afschilbaar), dof, met melige beharing. Zaad rondom met een scherpe richel. Zaadhuid met talrijke ondiepe putjes (sterke vergroting!), enigszins glanzend. Bladen (behalve de jonge) merendeels zonder melige beharing, meestal driehoekig-ruitvormig en onregelmatig spits getand, niet spiesvormig 3-lobbig.
Hoogte bloeiende plant
0,15-0,45 m.
Bloeitijd
Juli-oktober.
Levensvorm
Therofyt.
Standplaats
Op droge, stikstofrijke, zandige of stenige, omgewerkte grond en aan de rand van tuinen en akkers, vooral in de duinstreek.
Zeldzaamheid en verspreiding
Zeldzaam in het Duindistrict, elders zeer zeldzaam.
KFK 645.
Deze soort wordt in de Sleutel uitgesleuteld op de volgende pagina('s):
Pagina 1273