Ribes spicatum L.

Noordse aalbes
SL. 1071

Ribes spicatum L.
Familie Grossulariaceae.

Diagnostische kenmerken
Knopschubben lang blijvend, evenmin als de zijtakken met zittende gele klieren bezet. Bladstelen met korte en lange gesteelde klieren, deze met een roodbruin klierknopje. Bladschijf aan de onderzijde meestal dicht bezet met enkelvoudige haren, daartussen soms met kleine roodbruine zittende kliertjes; blad na wrijven zonder bijzondere geur. 'Kelkbuis' klokvormig zonder opstaande rand rondom de stijl. Helmhokken met een smal helmbindsel. Kelkslippen afstaand. Bloemkroon van binnengeelachtig groen. Trossen afstaand tot rechtop-afstaand. Bessen rood of geelwit.

Hoogte bloeiende plant
0,60-1,50 m.
Bloeitijd
Mei.
Levensvorm
Fanerofyt.

Standplaats
In natte bossen.

Zeldzaamheid en verspreiding
Recent in een griend in de Biesbosch. Ook als fruitstruik.

Opmerking
Omdat deze soort zelden 'zuiver' in cultuur is, en omdat de standplaats typisch is voor deze soort elders in Europa, lijkt het waarschijnlijk dat het hier om een spontane vestiging gaat.

Deze soort wordt in de Sleutel uitgesleuteld op de volgende pagina('s):
Pagina 2459

%LABEL% (%SOURCE%)