Prunus serotina Ehrh.

Amerikaanse vogelkers
SL. 1020

Prunus serotina Ehrh.
Familie Rosaceae.

Diagnostische kenmerken
Bladen van onderen (vooral in het basale deel) langs de zijden van de middennerf behaard, de zijnerven niet of alleen aan de voet behaard. Zijnerven talrijk, tot 60 paar, waarvan tot 15 paar doorgaand tot de rand, deze van onderen niet of nauwelijks uitspringend. Bladen van boven kaal en glanzend, iets leerachtig. Plant zonder worteluitlopers. Kroonbladen 2,5-4 mm lang. Vrucht aan de voet met een blijvend 'kroontje' (de kelkbuis).

Hoogte bloeiende plant
Tot 20,00 m.
Bloeitijd
Eind mei-juni.
Levensvorm
Fanerofyt.

Standplaats
Op droge tot vrij vochtige, min of meer zure grond in bossen en struikgewas.

Zeldzaamheid en verspreiding
Zeer algemeen in de Pleistocene districten en de Duindistricten, elders zeldzaam.
Vroeger (begin 20ste eeuw) op grote schaal aangeplant, thans algemeen ingeburgerd.
Oorspronkelijk uit Noord-Amerika.
KFK 699.

Deze soort wordt in de Sleutel uitgesleuteld op de volgende pagina('s):
Pagina 559
Pagina 2320

%LABEL% (%SOURCE%)