Kerspruim
SL. 1841
Prunus cerasifera Ehrh.
Familie Rosaceae.
Diagnostische kenmerken
Jonge takken kaal, glanzig, groen. Bladen zeer spoedig kaal wordend, van boven kaal, van onderen eerst op de middennerf behaard, later ook daar (bijna) kaal. Bloemstelen kaal. Bloemen meestal alleenstaand. Kroonbladen meestal wit, soms roze. Vrucht bolrond, 2-3 cm breed, rood of geel, de steen rond, gekield, glad.
Hoogte bloeiende plant
Tot 8,00 m.
Bloeitijd
(Februari-)maart-april.
Levensvorm
Fanerofyt.
In struikgewas op vochtige, vrij voedselrijke grond
Zeldzaamheid en verspreiding
Zeldzaam ingeburgerd.
Ook gebruikt als onderstam (myrobalaan), als tuinboom (dan soms met bruinrode bladen).
Oorspronkelijk uit Zuidoost-Europa.
KFK 045.
Deze soort wordt in de Sleutel uitgesleuteld op de volgende pagina('s):
Pagina 556