Key: Step 1091. 556

556a. Jonge takken kaal, glanzig, groen. Bladen zeer spoedig kaal wordend, van boven kaal, van onderen eerst op de middennerf behaard, later ook daar (bijna) kaal. Bloem-stelen kaal. Bloemen meestal alleenstaand. Kroonbladen meestal wit, soms roze. Vrucht bolrond, 2-3 cm breed, rood of geel, de steen rond, gekield, glad.

Kerspruim.

Prunus cerasifera

556b. Jonge takken min of meer kaal tot dicht behaard, meestal dof, bruin- of grijsachtig. Bladen van boven vrij spoedig kaler wordend, van onderen meestal behaard blijvend. Bloem-stelen meestal behaard. Bloemen 2 (of 3) bijeen. Kroonbladen wit tot groenwit. Vrucht bolrond tot ellipsvormig, 2-7,6 cm lang, rood, geel, groen, blauwachtig of paarszwart, de steen rond of afgeplat, gekield, meestal wat ruw. Pruim.

Prunus domestica
Decision path