Juncus effusus L.

Pitrus
SL. 0680

Juncus effusus L.
Familie Juncaceae.

Diagnostische kenmerken
Stengel heldergroen, glanzend, glad (na het drogen met meestal 40-70 fijne strepen). Wortelstandige, schedeachtige bladen roodbruin tot zwartbruin. Schede van het stengelachtige schutblad van de bloeiwijze met sterk ingerolde randen, daardoor vrij smal, schutblad niet spoedig geknakt. Bloeiwijze meestal los, maar niet zelden ineengedrongen. Rest van de stijl aan de top van de vrucht zittend, niet op een kleine verhoging geplaatst.

Hoogte bloeiende plant
0,20-1,00(-1,40) m.
Bloeitijd
Juni-augustus.
Levensvorm
Hemikryptofyt.

Standplaats
Op natte, zure grond aan waterkanten, in graslanden, op moerassige plaatsen, in bossen.

Zeldzaamheid en verspreiding
Zeer algemeen; vrij zeldzaam in het Estuariëndistrict en het Noordelijk kleidistrict en in de IJsselmeerpolders.

Opmerking
De bastaard Juncus xkern-reichgeltii Reichg. - FB. 5178 (Juncus conglomeratus x Juncus effusus) is min of meer intermediair tussen de ouders. Volgens sommige auteurs (Flora Neerlandica 1, 6: 201; Bot. Notiser 123: 429) zijn zulke planten weinig of niet vruchtbaar, volgens anderen (Gött. Florist. Rundbr. 5: 22; Hybr. Fl. Brit. Is.: 463) wel vruchtbaar, en vormen zij hybridenzwermen.

Deze soort wordt in de Sleutel uitgesleuteld op de volgende pagina('s):
Pagina 1711

%LABEL% (%SOURCE%)