Key: Step 3439. 1711

1711a. Stengel heldergroen, glanzend, glad (na het drogen met meestal 40-70 fijne strepen). Wortelstandige, schedeachtige bladen rood-bruin tot zwartbruin. Schede van het stengel-achtige schutblad van de bloeiwijze met sterk ingerolde randen, daardoor vrij smal; niet spoedig geknakt. Bloeiwijze meestal los, maar niet zelden ineengedrongen. Rest van de stijl aan de top van de vrucht zittend, niet op een kleine verhoging. Pitrus.

Juncus effusus

1711b. Stengel dofgroen, met meestal 20-50 (onder de bloeiwijze ca. 10) duidelijke, ruwe ribben. Wortelstandige, schedeachtige bladen lichtbruin. Schede van het stengelachtige schut-blad van de bloeiwijze met weinig ingerolde randen, daardoor vrij breed; spoedig geknakt. Bloeiwijze meestal tot een kluwen ineengedron-gen; zelden los, dan meestal met gesteelde maar tamelijk dichtbloemige kluwens. Rest van stijl op kleine verhoging. Biezenknoppen.

Juncus conglomeratus
Decision path