Grote klit
SL. 0083
Arctium lappa L.
Familie Asteraceae.
Diagnostische kenmerken
Bladsteel van de rozetbladen aan de voet met merg gevuld. Hoofdjes tuilvormig gerangschikt, vrij kort tot lang gesteeld, 3-4,5 cm breed, kaal tot iets behaard. Omwindselbladen heldergroen, zelden iets paars aangelopen. Binnenste omwindselbladen (0-)1-5 mm langer dan de bloemen. Bloemkroon kaal of soms aan de top met korte klierharen.
Hoogte bloeiende plant
0,40-2,00 m.
Bloeitijd
Juni-augustus.
Levensvorm
Hemikryptofyt.
Standplaats
Op vochtige, zeer voedselrijke, omgewerkte grond in bermen, lichte loofbossen en hooggelegen grienden.
Zeldzaamheid en verspreiding
Plaatselijk vrij algemeen in het Fluviatiel district, vrij zeldzaam in het Estuariëndistrict, het Laagveendistrict en het Gelders district, elders zeldzaam.
KFK 678.
Opmerking
Bastaarden komen veel minder vaak voor dan voorheen werd aangenomen. De volgende zijn enkele malen aangetroffen:
Arctium xambiguum (Celak.) Nyman (FB. 2470) (= Arctium lappa x Arctium tomentosum) en
Arctium xnothum (Ruhm.) Weiss (FB. 2472) (= Arctium lappa x Arctium minus).
Deze soort wordt in de Sleutel uitgesleuteld op de volgende pagina('s):
Pagina 1604