Oeverzegge
SL. 0259
Carex riparia Curtis
Familie Cyperaceae.
Diagnostische kenmerken (zie ook opmerkingen bij Geslacht Carex)
Mannelijke aren 3-5. Vrouwelijke aren 8-12 mm breed. Urntjes 5-7 mm lang, op dwarse doorsnede bijna cirkelrond, glad, glanzend olijfgroen. Bladen (0,5-)1-2 cm breed. Onderste bladscheden meestal niet rafelend, lichtbruin, soms iets purper aangelopen. Dwarsnerven in bladscheden en -schijven sterk ontwikkeld. Kafjes ca. 2 mm breed.
Hoogte bloeiende plant
0,60-1,20 m.
Bloeitijd
Mei-juni.
Levensvorm
Helofyt (Hemikryptofyt).
Standplaats
Aan waterkanten en in moerassen, vooral op laagveen en klei.
Zeldzaamheid en verspreiding
Algemeen in de Hafdistricten, vrij algemeen in het Fluviatiel district, elders vrij zeldzaam.
Deze soort wordt in de Sleutel uitgesleuteld op de volgende pagina('s):
Pagina 2118