Genus Carex

Zegge

Diagnostische Opmerkingen
Bij Carex komen talrijke afwijkingen voor in de geslachtsverdeling en de plaatsing van de aren. Zulke afwijkingen bemoeilijken vaak de determinatie.
Het verdient sterk aanbeveling om, alvorens tot het determineren over te gaan, in het veld meerdere bloeistengels te bekijken om de kans te verminderen dat de te determineren plant afwijkend is.
Om de juiste naam van de plant te kunnen vinden is het noodzakelijk om ook de ondergrondse delen van de plant te bekijken of te verzamelen. Planten zonder rijpe nootjes bevattende urntjes zijn meestal niet goed op naam te brengen.

Verklaring van de termen (Carex bloemen.tif):
De snavel (b) is het bovenste, smallere deel van het urntje (a); dit loopt uit in een aan de top gespleten buisje ('snaveltanden', c) of in een recht afgesneden buisje ('snavel afgeknot').
De lengte van het urntje is inclusief de snavel.
In de soortsbeschrijvingen wordt alleen het kafje (d) van de vrouwelijke bloem bedoeld.
De ligula (Carex bladschijf.tif) is een vliezig randje op de grens van bladschijf en -schede; anders dan bij grassen betreft de lengte van de ligula niet de hoogte van het vliezige randje zelf, maar de lengte van de meestal 3-hoekige figuur aan de voet van de bladschijf.
De antiligula is het bovenste deel van de bladschede aan de van de bladschijf afgekeerde zijde.
Het cladoprofyllum is een klein, tuitvormig, vliezig schutblad dat de steel van de aar omgeeft; om het te zien moet vaak de schede van het aan de stengel geplaatste schutblad van de bloeiwijze geopend worden.

Dit geslacht wordt in de Sleutel uitgesleuteld op Pagina 2071: Carex - Zegge; deze pagina is te bereiken vanuit Pagina 2040.

%LABEL% (%SOURCE%)