Family Cyperaceae

Cypergrassenfamilie

Diagnostische kenmerken
Kruiden met een gras- of biesachtig uiterlijk.
Stengels alleenstaand of in groepjes, meestal zonder knopen, meestal met merg gevuld, rond, afgeplat of 3-kantig.
Bladen bijna altijd 3-rijig; bladscheden meestal gesloten, aan de top zonder of met een zwak ontwikkeld tongetje, soms aan de van de bladschijf afgekeerde zijde met een tongetje; bladschijf al of niet ontwikkeld, vlak, gevouwen of borstelvormig, aan de rand vaak min of meer ruw.
Aren alleenstaand of in samengestelde aren, trossen, pluimen of hoofdjes verenigd, aan de voet vaak met 1 of meer lege kafjes.
Bloemen 1-slachtig of door samentrekking van een mannelijke en vrouwelijke bloem 2-slachtig, zonder bloembekleedsels (de al of niet aanwezige borstels zijn waarschijnlijk als schutblaadjes te beschouwen), ongeveer even groot als de schutbladen (‘kafjes’). Meeldraden 1-3, zelden meer. Vruchtbeginsel bovenstandig, met een in 2 of 3 stempels overgaande stijl, eenhokkig, met 1 rechtopstaande zaadknop.
Vrucht een nootje, vrij of (Carex) door een zakvormig omhulsel (‘urntje’; Carex bloemen.tif) omgeven.

Opmerkingen
- Bij deze familie worden de deelbloeiwijzen vaak aangeduid met de term ‘aartje’. Die term willen wij echter voorbehouden aan de bijzondere deelbloeiwijzen van de Familie Poaceae. Het aantal stempels (2 of 3) is bij de determinatie vaak belangrijk. Bij de rijpe vrucht zijn ze echter afgevallen. Indien het aantal stempels 3 is, is het nootje op doorsnede 3-hoekig tot rond, indien stempels 2, nootje lensvormig en op doorsnede elliptisch.

- Sleutel naar vegetatieve kenmerken: Gorteria 13: 197.

- Zie ook Geslacht Carex.

Deze familie wordt in de Sleutel uitgesleuteld op Pagina 2039: Cyperaceae - Cypergrassenfamilie; deze pagina is te bereiken vanuit Pagina 1728.

%LABEL% (%SOURCE%)