Trosraaigras
FB. 0521
xFestulolium loliaceum (Huds.) P.Fourn.
Diagnostische kenmerken
Aartjes, tenminste in het bovenste deel van de bloeiwijze, alle met 2 kelkkafjes, deze ongelijk (lengteverschil 1-4 mm); bovenste kelkkafje 5-8 mm lang, 3-5-nervig, het lemma van de ervoor staande bloem niet geheel bedekkend; onderste kelkkafjes soms zeer klein, 1-nervig. Bloeiwijze onvertakt met alle aartjes zittend of de onderste aartjes gesteeld, zelden vertakt, dan echter alle aartjes van de deelbloeiwijzen zittend. Lemma's ongenaald of met een tot 1,5 mm lange naald, nooit alle bloemen van een aartje genaald. Plant in losse pollen groeiend. Stuifmeel onvolledig ontwikkeld.
Hoogte bloeiende plant
0,30-1,00 m.
Bloeitijd
Juni-augustus.
Levensvorm
Hemikryptofyt.
Standplaats
In oude weilanden op vruchtbare grond, aan waterkanten, samen met de ouders.
Zeldzaamheid en verspreiding
Vrij zeldzaam.
Opmerking
De bastaard xFestulolium braunii (Richt) A.Camus (FB. 5240) (= Festuca pratensis x Lolium multiflorum) heeft meestal langere kafnaalden; voor het overige zeer moeilijk van xFestulolium loliaceum te onderscheiden. Zeer zeldzaam.
Deze soort wordt in de Sleutel uitgesleuteld op de volgende pagina('s):
Pagina 1752