Cochlearia danica L.

Deens lepelblad
SL. 0342

Cochlearia danica L.
Familie Brassicaceae.

Diagnostische kenmerken
Bovenste bladen niet stengelomvattend, meestal kort gesteeld, 3-5-lobbig, de onderste lang gesteeld, breed eirond met hartvormige voet, hoekig. Kroonbladen ca. 3 mm lang. Vrucht bolvormig tot ellipsoïd, 3-6 mm lang.

Hoogte bloeiende plant
0,05-0,25 m.
Bloeitijd
April-juni.
Levensvorm
Therofyt.

Standplaats
Op open, droge tot vrij vochtige, voedselrijke tot iets zilte grond in de duinen, op groene stranden, op dijken in het kustgebied en langs 's winters bepekelde wegen.

Zeldzaamheid en verspreiding
Recent zeer algemeen langs autosnelwegen; vrij algemeen in de Duindistricten en het Maritiem district.
KFK 678.

Deze soort wordt in de Sleutel uitgesleuteld op de volgende pagina('s):
Pagina 250: Cochlearia - Lepelblad

%LABEL% (%SOURCE%)