Wasgagel
FB. 1868
Morella caroliniensis (Mill.) Small
Diagnostische kenmerken
Schubben van de vrouwelijke bloemen klein en afvallend. Vruchten bolvormig, 3-5 mm groot, met witte waslaag. Bladen langwerpig omgekeerd-eirond tot elliptisch, naar de top meestal gekarteld-gezaagd, 3-8 cm lang, in zachte winters vaak blijvend. Katjes voor de bladen verschijnend aan twijgen die daarna doorgroeien.
Hoogte bloeiende plant
0,60-2,50 m.
Bloeitijd
April-mei.
Levensvorm
Fanerofyt.
Standplaats
Op natte heiden en in moerasbossen.
Zeldzaamheid en verspreiding
Aangeplant en via talrijke worteluitlopers lang standhoudend, thans nog bij Zutphen.
Uit Noord-Amerika.
Deze soort wordt in de Sleutel uitgesleuteld op de volgende pagina('s):
Pagina 2354: Myricaceae - Gagelfamilie