Overblijvende ossentong
SL. 1871
Pentaglottis sempervirens (L.) L.H.Bailey
Familie Boraginaceae.
Diagnostische kenmerken
Bladen eirond tot eirond-lancetvormig of langwerpig, de onderste lang gesteeld, spits, de bovenste zittend, toegespitst. Bloemen in korte, dubbele schichten, deze met 2 bladen aan de voet. Bloemkroon min of meer stervormig, 8-15 mm breed, blauw, met witte keelschubben.
Hoogte bloeiende plant
0,30-1,00 m.
Bloeitijd
April-herfst.
Levensvorm
Hemikryptofyt.
Standplaats
Stinsenplant, vooral aan bosranden op en bij enkele buitenplaatsen en langs straten en heggen in stadsgebieden.
Zeldzaamheid en verspreiding
Zeldzaam in Urbane gebieden en het Renodunaal district, elders zeer zeldzaam.
Ook als tuinplant.
Oorspronkelijk uit Zuidwest-Europa.
KFK 045.
Deze soort wordt in de Sleutel uitgesleuteld op de volgende pagina('s):
Pagina 1019