Conyza bonariensis (L.) Cronquist

Gevlamde fijnstraal
SL. 5327

Conyza bonariensis (L.) Cronquist
Familie Asteraceae.

Diagnostische kenmerken
Bloeiwijze min of meer tuilvormig, met lange zijtakken. Omwindselbladen meestal met opvallen roodachtige top. Pappus licht rozigbruin.
Stengelbladen bezet met korte, meestal kromme harenm de gekromde wimperharen korter dan 0,5 mm. Buisbloemen merendeels 5 lobbig. Lintbloemen (0-)-,2-0,5 mm lang. Hoofdjes 5-11 mm breed.

Hoogte bloeiende plant
0,10-0,80 m.
Bloeitijd
Augustus-herfst.
Levensvorm
Therofyt.

Standplaats
Op open, droge, voedselrijke, omgewerkte, zandige, braakliggende grond, ook tussen plaveisel en op andere stenige plaatsen.

Zeldzaamheid en verspreiding
Recent ingeburgerd in Urbane gebieden.

Deze soort wordt in de Sleutel uitgesleuteld op de volgende pagina('s):
Pagina 1547

%LABEL% (%SOURCE%)