Bidens cernua L.

Knikkend tandzaad
SL. 0141

Bidens cernua L.
Familie Asteraceae.

Diagnostische kenmerken
Hoofdjesstelen vlak onder het hoofdje gekromd. Buitenste bladachtige omwindselbladen meestal 5-8, aan de voet gewimperd. Bladen zittend, aan de voet iets vergroeid, gezaagd of zelden gaafrandig. Stengel onvertakt of met enige rechtopstaande takken, meestal groen. Pappusnaalden 3 of 4. Nootjes zonder knobbels, aan de top kraakbeenachtig en bol.

Hoogte bloeiende plant
0,15-0,90 m.
Bloeitijd
Juli-oktober.
Levensvorm
Therofyt.

Standplaats
Op open, natte, stikstofrijke grond aan oevers, in sloten en veenputten; zoutmijdend.

Zeldzaamheid en verspreiding
Vrij algemeen in de Hafdistricten en het Drents district, vrij zeldzaam in het Gelders district en het Fluviatiel district; elders zeldzaam.
KFK 888.

Opmerkingen
- In enkele gebieden komen planten met lintbloemen betrekkelijk vaak voor.

- Pappus uit 2-5 stijve naalden bestaand, deze met stekelhaartjes; stekelhaartjes meestal omlaag gericht maar soms bij enkele, zelden bij vele planten omhoog gericht. Lintbloemen in de regel ontbrekend.

Deze soort wordt in de Sleutel uitgesleuteld op de volgende pagina('s):
Pagina 1622

%LABEL% (%SOURCE%)