Ammophila arenaria (L.) Link

Helm
SL. 0050

Ammophila arenaria (L.) Link
Familie Poaceae.

Diagnostische kenmerken
Plant met lange wortelstokken. Bladscheden overlappend. Tongetje zeer lang, tot 3 cm. Bladen meestal ingerold, met sterk uitspringende, breekbare, dicht en kort behaarde ribben, de haartjes (loep! Ammophila arenaria 4.tif) alle gelijk van lengte. Bloeiwijze aarachtig, cilindrisch maar naar top en voet geleidelijk versmald, 7-22 cm lang, licht strogeel. Aartjes 10-16 mm lang. Lemma aan de voet door haren omgeven, deze ongeveer 0,3 maal zo lang als het lemma; vlak onder de top met een 0,2-0,8 mm lang uitsteeksel.

Hoogte bloeiende plant
0,50-1,20 m.
Bloeitijd
Juni-juli.
Levensvorm
Geofyt.

Standplaats
In de duinen, vooral in de zeereep, verder in stuifkuilen in het binnenduin; binnenlands op zandverstuivingen en op aangevoerd duinzand (bijv. op spoordijken).

Zeldzaamheid en verspreiding
Algemeen in het Maritiem district en de Duindistricten; zeldzaam in het Estuariƫndistrict en langs het IJsselmeer; elders waarschijnlijk niet oorspronkelijk wild.
Veel aangeplant in de duinen en in zandverstuivingen.
KFK 777.

Deze soort wordt in de Sleutel uitgesleuteld op de volgende pagina('s):
Pagina 1791
Pagina 2001

%LABEL% (%SOURCE%)