Pteridium aquilinum (L.) Kuhn

Adelaarsvaren
SL. 1022

Pteridium aquilinum (L.) Kuhn
Familie Dennstaedtiaceae.

Diagnostische kenmerken
Wortelstok diep ondergronds kruipend, vertakt. Bladen afnemend 2-4 maal veerdelig of geveerd; bladsegmenten langwerpig, gaafrandig. Steel lang, behaard, aan de voet zwart. Sporangiƫn in een doorlopende lijn op randnerf, bedekt door de omgeslagen, vliezige bladrand en een onopvallend 'binnenste' dekvliesje; deze beide gewimperd.

Opmerking
Werkelijk vruchtbare bladen zijn zeldzaam; meestal worden wel de dekvliesjes gevormd maar ontbreken de sporangiƫn.

Hoogte fertiele plant
0,85-3,00 m.
Bloeitijd
Juli-augustus.
Levensvorm
Geofyt.

Standplaats
Op droge, zure, humeuze grond in lichte bossen, op kapvlakten en aan akkerranden, ook in ontkalkte binnenduinen en op verdrogend hoogveen; zelden op muren, basaltglooiingen en zandplaten.

Zeldzaamheid en verspreiding
Algemeen in het Pleistocene en Zuidlimburgs district; vrij zeldzaam in het Renodunaal district; elders zeer zeldzaam.
KFK 888.

Deze soort wordt in de Sleutel uitgesleuteld op de volgende pagina('s):
Pagina 2185

%LABEL% (%SOURCE%)