Gifsla
SL. 2384
Lactuca virosa L.
Familie Asteraceae.
Diagnostische kenmerken
Nootjes bij rijpheid (zonder snavel en pappus) 4-5 bij 1,5-2 mm, kaal, breed gerand, diep paars tot zwart; onrijpe, verse nootjes geel tot oranje. Bladen meestal niet gedraaid, ongedeeld, de middennerf van onderen met weinig, meestal minder dan 1 mm lange stekels of deze soms bij enkele bladen ontbrekend.
Hoogte bloeiende plant
0,50-1,50 m.
Bloeitijd
Juli-augustus.
Levensvorm
Hemikryptofyt.
Standplaats
Op open, vochtige, stikstofrijke, vaak omgewerkte grond in het stedelijk gebied.
Zeldzaamheid en verspreiding
Zeer zeldzaam in Urbane gebieden.
KFK 333.
Deze soort wordt in de Sleutel uitgesleuteld op de volgende pagina('s):
Pagina 1660