Grote watereppe
SL. 1216
Sium latifolium L.
Familie Apiaceae.
Diagnostische kenmerken
Stengel kantig, gegroefd. Ondergedoken voorjaarsbladen 2-3-voudig geveerd, met lijnvormige slippen. Boven water uitstekende bladen enkel geveerd; blaadjes fijn gezaagd, het eindelingse lang gesteeld. Schermen eindelings, met 20-30 stralen; omwindselbladen en omwindselblaadjes meestal 2-6. Kroonbladen wit. Vrucht in vooraanzicht eirond, 3-4 mm lang, met vrij brede, sterk uitspringende, afgeronde ribben; deelvruchten op doorsnede rond.
Hoogte bloeiende plant
0,60-1,20 m.
Bloeitijd
Juli-augustus.
Levensvorm
Helofyt.
Standplaats
Aan waterkanten, op drijftillen, in grienden en moerasbossen.
Zeldzaamheid en verspreiding
Algemeen in het Laagveendistrict en het Fluviatiel district, plaatselijk vrij algemeen in het Subcentreuroop district en het Noordelijk kleidistrict, elders zeldzaam; zeer zeldzaam in het Zuidlimburgs district en de IJsselmeerpolders.
KFK 988.
Opmerking
Bladsteel van de onderste (lucht)bladen met 2 of meer dwarsschotten.
Deze soort wordt in de Sleutel uitgesleuteld op de volgende pagina('s):
Pagina 678
Pagina 737
Pagina 797