Lelietje-van-dalen
SL. 0349
Convallaria majalis L.
Familie Asparagaceae.
Diagnostische kenmerken
Bloeistengel onbebladerd. Bladen 1-3, meestal 2, gesteeld, elliptisch tot lancetvormig, spits. Bloemen hangend, in een eenzijdige tros, welriekend, meestal 8-10 mm lang, wit, zeer zelden roze. Bes rood.
Hoogte bloeiende plant
0,15-0,30 m.
Bloeitijd
Mei-begin juni.
Levensvorm
Geofyt.
Standplaats
Op vochtige, matig voedselrijke grond in loofbossen, soms in open duinterrein.
Zeldzaamheid en verspreiding
Algemeen in de Pleistocene districten, de Duindistricten en het Zuidlimburgs district, elders zeldzaam.
Veel als tuinplant in cultuur, vaak verwilderd.
KFK 788.
Deze soort wordt in de Sleutel uitgesleuteld op de volgende pagina('s):
Pagina 1384